Patrick O'Hearn

Eind jaren 70 en begin jaren 80 was Patrick O'Hearn bassist in één van de beste line-ups van Zappa's Mothers of Invention. Hij speelde o.a. mee op klassieke Zappa-albums als 'Sheik Yerbouti', 'Joe's Garage Act 2 & 3' en 'Tinseltown Rebellion'. Hoe groot is het verschil met de muziek die hij daarna als solo-artiest ging componeren en uitvoeren, want hij bekeerde zich tot 'electronic and ambient music'. En niet alleen als bassist maar O'Hearn bleek tevens een begenadigd keyboardspeler; iets waar hij bij Zappa, met geweldenaar Tommy Mars op toetsen, de kans niet voor kreeg. En hij heeft sinds die tijd een omvangrijke catalogus opgebouwd van autonoom werk en filmmuziek. Bovendien heeft O'Hearn als componist een aantal Grammy's ontvangen.
Op veel van zijn albums wordt hij productietechnisch bijgestaan door Peter Baumann, voormalig lid van Tangerine Dream. En dat is te horen aan met name de wijze waarop de sequencers en synths in het geluidsspectrum staan. Wat resulteert is een heel open en direct geluid, dat je voelt in de onderbuik en waarbij het lijkt alsof O'Hearn in je kamer optreedt. De elektronische rhythms die hij op zijn albums gebruikt zijn ongeëvenaard en zijn kwaliteit op dat punt is waarschijnlijk terug te voeren op zijn ervaring als bassist. O'Hearn schildert met kleuren die hij kiest en mengt op zijn sonische pallet. Een pallet dat veelal bestaat uit donkere kleuren. Door de gedoseerde toevoeging van wat lichtere teinten worden zijn albums echter nooit somber. Hij kiest daarbij doorgaans voor een klassieke symfonische opbouw van albumtracks. Dus met een kop waarin het thema wordt neergezet, een romp waarin hij varieert op het thema dan wel inhoudelijke uitstapjes maakt en een staart waarin het oorspronkelijke arrangement één of meerdere keren terugkeert.
Elektronische muziek vind ik vaak mank gaan aan compositorische en melodische armoede en het gebruik van de techniek om de techniek. Daar is bij O'Hearn geen sprake van. Composities zitten sterk in elkaar, waarbij de thema's zich snel opslaan in het hoofd en de techniek geen doel op zich is maar wordt ingezet als middel om het sonische pallet te verkennen. Verwacht niet Zappa-relikwieën in het werk van O'Hearn aan te treffen want die zijn er niet. Maar daar zullen de meeste elektro-adepten ook niet naar op zoek zijn. Of zij vinden waarnaar zij wèl op zoek zijn, kunnen zij bepalen aan de hand van de onderstaande recensies van voorlopig drie albums van O'Hearn. Drie werken die een aardig beeld schetsen van de ontwikkeling die O'Hearn doormaakte in de beginjaren.
JoJo