Reviews J

Jackson Heights - King Progress (1970)

Label: Repertoire
Bandsite: -
Duur: 36:04
Reviewer: JoJo
Waardering: @ @ @ (uit max. 5 JoJo's)

De stem van Lee Jackson - natuurlijk bekend van o.a. The Nice, Jackson Heights en Refugee - roept bij veel mensen aversie op. De rauwe, schraperige stem met vreemde uithalen en toonzettingen vind ik toch op z'n minst markant, uit duizend stemmen te herkennen en roept bij mij geenszins aversie op. Integendeel, iedere keer als ik hem hoor komt bij mij de echo binnen van vervlogen tijden. Het is alsof ik de ruis van mijn eigen jeugd hoor. Melancholie en sentiment dus, dat geef ik toe, maar ook blij dat ik dit soort artiesten altijd heb gevolgd en dat ik er nog steeds met veel plezier naar luister. Is een objectief oordeel dan eigenlijk nog wel mogelijk? In het geheel niet. Maar ik neem de lezer graag mee in mijn zorgvuldig geconstrueerde subjectieve wereldje vol met oor- en vooroordelen.

Na het uiteenvallen van The Nice in 1970 zat Lee Jackson zonder werk en in een ernstige depressie. Het einde van The Nice en het feit dat hij geen deel uitmaakte van het succes van het 'vervolg' Emerson, Lake and Palmer, brachten hem in verwarring. Hij was echter vastbesloten in de muziek te blijven en richtte gelukkig Jackson Heights op. Een bandnaam die hij ontleende aan de naam van een district in Brooklyn, New York. Met een aantal prima albums tot gevolg. Bump 'n Grind uit 1973 is er daar één van. 'King Progress' ook. Als je 'King Progress' beziet in het perspectief van de albums die nog zouden volgen en die meer in de richting van The Nice en ELP gaan, lijkt het of Jackson zich in dit debuut soms met opzet afzet tegen die twee andere loten aan dezelfde stamboom. De songgerichte structuren, de ondeugende en ironische teksten, het zeer gedoseerde gebruik van toetsen en het prominenter aanwezig zijn van gitaren zijn daar enkele bewijzen van. Jackson zei daarover "I wanted to do something that would be as different from The Nice as I could imagine". In zijn latere werk met Jackson Heights en Refugee lijkt hij die aandrang minder gevoeld te hebben.
Het album opent lekker met een up tempo track met de veelzeggende titel 'Mr. Screw', waarin Jackson het op een orgastische en hem kenmerkende wijze uitschreeuwt. Dat zou een singlekandidaat geweest kunnen zijn, al zou de controversiële tekst dat hebben voorkomen. 'Since I Last Saw You' is mijn favoriet en bezorgt mij permanent rillingen. Door het gekozen thema - het afscheid van vrienden en vriendinnen - door de enigszins mystieke sfeer en de ingetogen emotie. Als adept van de herfst en de winter bezorgt 'Sunshine Freak' mij altijd een veelzeggende glimlach op het bleke gezicht en heb ik direct een aantal mensen op het netvlies die deze titel op het lijf geschreven is. De titelsong doet mij nog het meest aan The Nice denken, met name door de sfeer die er in deze track hangt en Jackson's manier van zingen. 'Doubting Thomas' is een muzikale grap in de lijn van 'Jeremy Bender' van ELP. 'Insomnia' is heerlijk 'laid back', bluesy en orchestraal en zou, onterecht, voor de Jackonhaters het beste bewijs kunnen zijn dat de man niet kan zingen. Inderdaad, zingen kun je het niet noemen maar het is me goed. 'Cry of Eugene' is een geweldig nummer dat we al kenden van The Nice. Hier weliswaar in een andere zetting maar het zit ondanks de aanpassingen nog steeds vernuftig in elkaar en klinkt meeslepend. Een 'all time favourite' en een mooie eindtune van dit album. Rest mij op te merken dat Repertoire Records deze re-issue uit 1998 in een prima verzorgde en mooie hoes heeft gestoken.
Lee Jackson sprak in datzelfde jaar de hoop uit op een reünie van The Nice. Inmiddels weten we dat die ook heeft plaatsgevonden, getuige de driedubbelaar 'Keith Emerson and The Nice, Vivacitas, Live at Glasgow 2002' . Na hernieuwde beluistering van 'King Progress' voor deze review, ligt de aanschaf van dat reünieconcert ter opluistering van de komende feestdagen in het verschiet. En laaf ik mij wederom aan melancholie en sentimentele gevoelens.
JoJo (12-2004)


Bezetting:
Lee Jackson - 6&12 string acoustic guitars, harmonica, vocals
Charlie Harcourt - electric guitar, spanish guitar, piano, organ, harpsichord, mellotron, vocals
Tommy Sloane - drums, congas, triangle, tymps, percussion
Mario Enrique Covarrubias Tapia - bass guitar, spanish guitar, vocals

Discografie:
King Progress (1970)
Ragamuffins Fool (1972)
Fifth Avenue Bus (1972)
Bump 'n Grind (1973)
Jackson Heights (1973)