Reviews S
Klaus Schulze - X (1978/2005)
Label: Inside Out Music
Bandsite: klausschulze
Duur: 79:45 / 79:43
Reviewer: JoJo
Waardering: @ @ @ @ @ (max. score JoJo's)
Ten tijde van verschijnen had ik twee albums van Klaus Schulze op zo’n karakteristieke Scotch-tape staan. Het monumentale ‘X’ was er één van. Op een of andere manier beklijfde het in die tijd onvoldoende en bleef verdere aanschaf van zijn omvangrijke catalogus achterwege. Ik mag dan ook wel spreken van een weldadige herontdekking van deze ‘anchorman’ van de elektronische muziek. Want dat is bij de in een prachtige hoes gestoken geremasterde versie van ‘X’ het geval. Allereerst beknopt wat achtergronden over deze Berlijnse artiest.
Schulze is na een kortstondig verblijf in Tangerine Dream en Ash Ra Tempel al snel als solo-artiest verder gegaan. Hij had genoeg van de oeverloze groepsdiscussies over nummers, ‘sequences’ en ‘credits’ en nam de touwtjes zelf in handen. En dat heeft hem geen windeieren gelegd. Een vaste maar ook uitdijende schare fans volgde hem in al die jaren en kocht zijn werken. Schulze is van oorsprong drummer en dat is goed te horen want zijn composities zijn zeer ritmisch. Hij stelt zelfs dat iedere zichzelf respecterende muzikant eerst drums zou moeten hebben gespeeld om het belang van ‘groove’ en ritme voor een goede compositie te kunnen vatten. Waar anderen zoals Tangerine Dream ritme voornamelijk digitaal laten bepalen, gebruikt Schulze ook echte drums en percussie. En dat geeft een extra dimensie c.q. levendigheid aan zijn muziek. Voorts is hij een meester in het neerleggen van warme melodieën, hetgeen niet iedere elektronicus is gegeven. Ten slotte moet zijn omvangrijke kennis van de traditionele klassieke muziek worden vermeld. Kennis die hij vaardig weet te verwerken, want wat mij betreft is iedere track op ‘X’ een klassieke symfonie op zichzelf. Ik zie Schulze dan ook veel meer als een moderne klassieke componist die, door het gebruik van niet-traditionele instrumenten, in de avant-garde hoek thuishoort waar groten als Terry Riley, Steve Reich en Philip Glass zich bewegen. En Schulze hoort ontegenzeggelijk in dat rijtje thuis.
Het voert te ver om de zes oorspronkelijke symfonieën en de bonustrack, die gemiddeld vijfentwintig minuten klokken, afzonderlijk te bespreken. Ik licht er een paar uit die op deze dubbeldisc symbolisch zijn voor de rest. Zoals het wervelende ‘Friedrich Nietzsche’. Wat een vernuftige opbouw naar de uiteindelijke climax, wat een power en een indrukwekkend samenspel tussen toetsenarsenaal en percussie. Ongekend sterk, zoals ‘George Trakl’ en ‘Frank Herbert’ dat ook zijn. Hierin vallen vooral de langzaam maar zeker doorgevoerde modificaties van het thema op. Herhaling is slechts schijn. Het orkest komt aan bod op disc twee - die nog klassieker klinkt dan disc één - in ‘Ludwig II Von Bayern’ en in de bonustrack ‘Objet D’Louis’. Eerstgenoemde is een fabelachtig creatieve compositie - let op de buitengewone inval van de drums na zo’n twintig minuten - waarin de synergie tussen een ‘ouderwets’ orkest en de ‘moderne’ Moogs leidt tot een surrealistisch geheel. Overigens geweldig geïllustreerd door hoesfoto’s waarin het clichématige beeld van een orkestformatie, plechtig en in stemmige kleding gezeten op een stoel, wordt doorbroken door de muur van Moogs en door de op de grond zittende Schulze die de vele toetsen bedient. ‘Heinrich von Kleist’ en de bonustrack, een alternatieve liveversie van ‘Ludwig’ met geluidstechnisch mindere kwaliteit, zetten de lijn voort. Schulze op zijn best.
’X’ vormt een ijkpunt in de catalogus van een groot componist. Ik ben ervan overtuigd dat in de toekomst de waarde van Schulze voor de moderne klassieke muziek, nog meer dan nu al het geval is, zal worden erkend. Er zal nog wat tijd overheen gaan, maar het heeft mij tenslotte ook bijna 30 jaar gekost om het op zijn ware merites te schatten. En dat alles natuurlijk met dank aan Mister Bob ‘Dr. Robert’ Moog. Reikhalzend kijk ik uit naar vervolgaankopen …. dat gaat weer een hoop geld kosten.
JoJo (12-2005)
Bezetting:
Klaus Schulze - all sort of Moogs, synthesizers, mellotron, tom toms, cymbals
Harold Grosskopf - drums
Wolfgang Tiepold - cello, conductor
B. Dragic - violinOrchester des Hessischen Rundfunks