DISTRIBUTED BEING ProgSoap8
OUTCAST OF THE ISLAND

Afgelopen week was ik op vakantie op het onvolprezen Terschel- ling. Op een Waddeneiland en dat nog wel een paar dagen nadat de literaire held van mijn jeugd Jan Wolkers was overleden, op het bijna belendende eiland Texel. Daar werd zelfs in het lief- tallige Terschellingse dorpje Midsland aandacht aan besteed in de plaatselijke boekhandel.
Op vakantie gaan betekent voor mij ook een boxje samenstellen met CD's die mee moeten. Dit keer waren oog en oor gevallen op ondermeer de nieuwe albums van Abigail's Ghost en Black Bonzo, oudjes zoals Fish met 'Raingods with Zippos', Jack Bruce met het geweldige liveoptreden uit 1975, altijd Nick Drake dit keer met 'Five Leaves Left', altijd Pink Floyd nu met 'The Division Bell' en een album dat al heel lang niet was beluisterd namelijk 'An Outcast of the Islands' van Colin Bass. Een lekker werkstuk met helaas een significant aantal zeurnummers zoals 'Denpasar Moon'. Meegenomen om het eilandgevoel te bekrachtigen zal ik maar zeggen al heeft de landerige, zweterige sfeer van de exotische eilanden die Bass bezoekt maar weinig van doen met de tot fietsen, vliegeren en wandelen aanzettende kilte en wind van Terschelling.


Verblijvend in een mooi vakantiehuis met de clichématige naam 'De Fazant', traditioneel tijdens de herfstvakantie tezamen met uiteraard vrouw, kind, zwager, schoonzus en alweer een kind deed zich op een avond de volgende onheilspellende gebeurtenis voor. Een deel van de familie vond het nodig te kijken naar het televisieprogramma 'Op zoek naar Evita', een soort 'musical idols' waarin men op zoek gaat naar een hoofdrolspeler voor de nieuwe Nederlandse musical 'Evita'. Uiteraard onder het toeziend oog van de onvermijdelijke Joop van den Ende. U weet wel die man die alles terugbrengt tot oppervlakkige rotzooi en die het nu zelfs waagt de bijna-prostituee en licht fascistoide Evita Perron tot object van entertainment te maken. Niet alleen dus via die op handen zijnde musical maar ook nog via een gelieerd TV-program- ma waarbij de dubieuze referenties van Evita Perron natuurlijk volledig onbelicht bleven.
Uiteraard had ik besloten niet naar dit verschrikkelijke amuse- ment te kijken en mij enigszins van de groep afgescheiden aan de eettafel genesteld. De box met prog- en symfoalbums voor mij, een fles rode wijn binnen mondbereik, de discman op het hoofd en op dat moment luisterend naar Gazpacho's 'Night'. Want die mocht ook mee.
In die context ontstond er een wat surrealistische setting. Ik luisterend naar progrock waarvan een deel van de aanwezige familie, niet gehinderd door enige kennis, vindt dat het een soort muzikaal fossiel uit een verre tijd is. Zij gezeten voor de tele- visie. Ik wetend dat wat zich op dat scherm afspeelde mijlenver afstaat van waar ik naar luisterde. Zij denkend "hier gebeurt het, hoe kun je daar nu niet in geinteresseerd zijn?" Misschien dacht ik dat ook wel. En dan de flarden typische musicalzang die tijdens de stilte tussen de tracks van Gazpacho doorsijpelden in mijn oordopjes. Als indringers, opdringerig, bijna indoctrinerend, zoals het de hedendaagse media betaamt.
Ik hoorde er op dat moment niet bij. Ik was volkomen geïsoleerd van de rest. Kijkend in mijn box met CD's waarin de zijkant van het album van Colin Bass goed leesbaar was met daarop de titel 'An Outcast of the Islands'. Inderdaad. Een perfecte beschrij- ving van mijn gevoel op dat moment, in die kamer, in dat huis op Terschelling op een kille avond in oktober. Een outcast, dat was ik. JoJo (10-2007)