Reviews G

David Gilmour - On An Island (2006)

Label:
EMI
Bandsite:
davidgilmour
Duur: 51:44
Reviewer: JoJo
Waardering:
@ @ @ @ (uit max. 5 JoJo's)


Na lange tijd is er gelukkig weer tastbaar nieuws van het Pink Floyd front: het derde soloalbum van David Gilmour, getiteld ‘On An Island’. Er zaten tweeëntwintig turbulente jaren tussen ‘About Face’ en deze nieuweling. Het zou niet rechtvaardig zijn naar deze levende legende om bij de beoordeling van ‘On An Island’ het Pink Floyd format als referentiekader te kiezen. Gilmour heeft immers niet voor niets gekozen voor een release op persoonlijke titel. En al doen zijn prachtige gitaarspel en karakteristieke stem direct denken aan zijn basisband - dat zit nu eenmaal geklonken aan zijn persoon - dit solowerk is te ‘laid back’ en te weinig experimenteel om, op een paar tracks na, een serieuze vergelijking met Floyd te kunnen doorstaan. Sterker nog, ‘On an Island’ zou nooit een Floydalbum hebben kunnen zijn. Dat referentiekader laat ik dan ook varen.
Gilmour heeft zich hier omringd met (muzikale) vrienden van voorname signatuur: onder anderen David Crosby, Graham Nash, Robert Wyatt, Phil Manzanera, Georgie Fame en … Richard Wright. Ook zijn vrouw Polly Samson speelt een rol door haar ‘back to basic’ teksten over liefde en relaties in brede zin. ‘On An Island’ is een gitaarplaat geworden waarop Gilmour laat horen wat een gigant hij is op zowel elektrische als akoestische gitaar. Toetsen, met name piano en orgel, zijn gedoseerd en vooral dienend aanwezig als begeleidingsinstrumenten. Hoofdaccenten in de arrangementen worden soms gezet door orkest c.q. strijkers.
Het album opent met ‘Castellorizon’, een track bestaande uit dreigende geluiden uit Gilmour’s gitaar, ijle stemmen, kerkklokken en een orkest waar ik de koude rillingen van krijg. Een prachtige verwachtingsvolle prelude die min of meer overloopt in het sterke titelnummer. Aanvankelijk een ballad, aangekleed met de stem van Gilmour en de typische samenzang van Crosby & Nash. Het nummer krijgt na een minuut of drie meer peper door een felle gitaarsolo van Gilmour, keert terug in de balladregionen om uiteindelijk de meester het laatste woord te geven. ‘The Blue’ is zeer ingetogen, een voortkabbelende track voor de late avond, met aan Toots Thielemans denkende mondharmonicatonen. We ontstijgen de rustige luchtlagen via de eruptie die ‘Take A Breath’ heet. Een pompend en opzwepend geheel, met single-aspiraties, dat de rest van de dag door het hoofd spookt. Het instrumentale en vrij korte ‘Red Sky At Night’ vormt welhaast een ‘soundscape’. De sax is wonderschoon en wordt bespeeld door Gilmour zelf. Dat kan hij dus ook. Het aansluitende ‘This Heaven’ is een lekkere blues met lichte countryinvloeden. De orkestarrangementen zijn aan de gladde kant en hadden meer dynamiek mogen hebben. Het is ook de laatste steviger track, terwijl er nog vier stukken volgen. Het album zakt hierna dan ook wat in. Niet de kwaliteit, het blijft allemaal uitstekend, maar ‘easy’ is het label dat ik erop zou willen plakken. Bijna alle tracks staan grotendeels in een langzame vierkwartsmaat en dan zitten we niet in de buurt van de up-tempo songs. Het instrumentale ‘Then I Close My Eyes’ is om op weg te dromen met een korte wakkere periode als Robert Wyatt een mooie cornetsolo laat horen. ‘Smile’ had van Paul McCartney kunnen zijn en is een miniatuurtje op akoestische gitaar met ingetogen begeleiding van keys en drums. ‘A Pocketful Of Stones’ vind ik prachtig, al zit ik tot aan het einde vergeefs te wachten op een climax die naar mijn mening tussen de akkoorden door wordt aangekondigd maar niet komt. Het slotwoord wordt gevormd door ‘Where We Start’. Wederom een ‘easy song’ met een pakkend gezongen refrein waarbij mee neuriën onvermijdelijk is. Als afsluiting vind ik dit soort rustige tracks minder geschikt. Stiekem had ik gehoopt op een orgastisch einde zoals Gilmour dat zo goed kan.
David Gilmour trekt zich op ‘On An Island’ van niemand iets aan en doet waar hij zin in heeft. Hij ontdoet zich, hopelijk tijdelijk, van de druk van Pink Floyd en kiest hier voor een ingetogen en ‘laid back’ format. Binnen dat format is er sprake van een uitstekend album. De hoes is mooi maar niet bijzonder en zou nooit een Floydcover kunnen sieren. Gilmour is ook daarin consistent afwijkend.
JoJo (03-2006)

Bezetting o.a.:
David Gilmour - vocals, guitars, piano, saxophone, percussion, bass, Hammond organ
Richard Wright - Hammond organ, vocals
Phil Manzanera - keyboards
David Crosby - vocals
Graham Nash - vocals
Robert Wyatt - voices, cornet, percussion
Chris Stainton - Hammond organ
Chris Thomas - keyboards
Georgie Fame - Hammond organ
Guy Pratt - bass
Willie Wilson - drums
Andy Newmark - drums

Discografie:
David Gilmour (1978)
About Face (1984)
On An Island (2006)