Reviews L

Tony Levin - Waters of Eden (2000)

Label: Narada
Bandsite: Papabear.com
Duur: 54:10
Reviewer: JoJo
Waardering: @ @ @ @ (uit max. 5 JoJo's)

In de begeleidende tekst bij Waters of Eden schrijft bassist Tony Levin dat hij wist dat hij met iets bijzonders bezig was toen zijn schoonmoeder zijn studio betrad en hem vertelde 'how much she loved this music'. En, zo schrijft Levin, 'this is not the usual situation for a player involved in King Crimson's radically alternative experiments'. Hilarisch, maar zeker ook waar. Wat op deze schijf wordt geboden heeft weinig met King Crimson te maken, het sluit meer aan bij de world music albums van Peter Gabriel zoals 'The Last Temptation of Christ' en vormt een uitvergroting van de rustige nummers op Levin's andere solo-albums. Het is dan ook een ingetogen album geworden in de ambienttraditie, gecombineerd of aangevuld met elementen uit de jazz maar toch met name uit de klassieke muziek. Saint Saëns en Debussy zijn favorieten van Levin en dat is soms goed te horen. Dat de man nog tijd heeft voor het maken van kwalitatief hoogstaande solo-albums mag uitzonderlijk worden genoemd. Zijn werk met King Crimson, de hand en spandiensten bij Peter Gabriel en zijn vele sessiewerk en gastoptredens resulteren inmiddels in een schier oneindige activiteitenlijst die op zijn site kan worden geraadpleegd.
'Waters of Eden' is een zeer sterk album wat ik graag zal blijven draaien, vooral in de late uurtjes of na een vermoeiende dag. Er straalt rust van uit en het zet aan tot mijmeringen en dagdromen. Levin opent met het prachtige en dreigende 'Bone & Flesh' waarin de bansuri fluit van Steve Gorn de world music invloed van Gabriel vertaalt en de schitterende bas de juiste accenten legt. Zo ook in het klassiek getinte titelnummer waar Levin zelfs de cello tussen de benen neemt. Hoewel hij er in de hoestekst wat lacherig over spreekt, haalt hij prachtige romantische klanken uit de cello. Het gitaarwerk wordt hier verzorgd door het California Guitar Trio. 'Icarus' is een geweldig nummer dat herinnert aan de rustige stukken van Weather Report. Dat komt met name doordat het lijkt of Wayne Shorter sopraansax speelt. Het blijkt echter de virtuoze David Sancious te zijn die de 'virtual soprano' beroert: een digitale sax derhalve maar dat is nauwelijks waar te nemen. Wat verder opvalt in dit nummer en eigenljk op het gehele album is dat Jerry Marotta niet alleen in staat is om stevig drumwerk te laten horen zoals bij Gabriel maar ook het subtiele drum- en percussiespel goed in de vingers heeft. Ik had ook niet anders verwacht van deze grootheid.
'Gecko Walk' is helaas een minder nummer met een wat naïef thema. Een niemendalletje, hoewel het ritme aardig aangeeft hoe een gecko loopt. 'Belle' is een gloedvolle hommage van Tony en Pete Levin aan hun moeder. Het betreft slechts wat toetsen en bas zoals alleen Levin dat kan spelen. Hoewel het nummer erg easy listening is en daardoor 'op het randje', is het een integere lofzang. 'Pillar of Fire' klinkt meer als Peter Gabriel dan Gabriel zelf. Het is een door drums gedomineerd nummer dat het live goed zal doen denk ik. Als ik me niet vergis staat het ook op de in 2003 verschenen live dubbelaar 'Double Espresso'. 'Boulevard of Dreams' is weer een juweeltje waarin op zeer smaakvolle wijze jazz wordt gefuseerd met klassieke muziek en waarbij wegdromen de enige mogelijkheid is. 'Opal Road' gaat voort op dezelfde lijn en geeft Larry Fast de mogelijkheid te schitteren op de keys. De afsluiter 'Utopia' biedt 8 minuten progressive fusion. Het begint rustig met een rommelende en kabbelende bas, de voorbode van een Pink Floyd achtig vervolg. Mooi nummer dat iets korter had gekund omdat de aandacht enigszins verslapt. Het vormt echter een logisch einde van 'Waters of Eden'.
Tony Levin balanceert op dit album weliswaar af en toe op de rand van de easy listening waar vroeger Willem 'O Duys zo gek op was maar hij springt, door zijn vakmanschap en dat van zijn kompanen en door zijn progressieve bagage, steeds aan de goede kant van de rand af. Zijn schoonmoeder kan trots op hem zijn.
JoJo (2003)

Bezetting:
Tony Levin - bass, cello
Larry Fast - synths
Jerry Marotta - drums, percussion
David Sancious - piano, synths
Jeff Pevar - guitars
Pete Levin - synths
Steve Gorn - bansuri flute
David Torn - drum processing


Discografie:
World Diary (1995)
Waters of Eden (2000)
Pieces of the Sun (2001)
Double Espresso (2002)
Resonator (2006)