Reviews D

Djam Karet - A Night for Baku (2003)

Label: Cuneiform Records
Bandsite: www.Djamkaret.com
Duur: 59:54
Reviewer: JoJo
Waardering: @ @ (uit max. 5 JoJo's)

Mijn muziekverzameling siert sinds enige tijd een aantal items van de Californische progband Djam Karet. Ik had mij echter tot voor kort nog onvoldoende verdiept in de historie van deze band. Tot mijn verbazing bestaat Djam Karet reeds sinds 1984 en hebben zij met 'A Night for Baku' het dozijn aan albums volgemaakt. "Daar heb ik toch iets laten liggen de afgelopen 20 jaar", was de eerste gedachte die bij mij opkwam. Het is dan ook zeker een band om verder te onderzoeken. Door de fusie van prog, symfo, hard rock, elektronische muziek en zelfs ambient, creĆ«ren zij namelijk muzikale landschappen die af en toe refereren aan anderen – de instrumentale Pink Floyd, de space van Ozric Tentacles, de gitaar van Porcupine Tree - maar toch met name zijn ingekleurd met een eigen geluid.
'A Night for Baku' is hun zevende album voor Cuneiform Records en ik moet helaas constateren dat de jubelstemming die ik voel als ik naar de voorgaande albums 'Ascension' en 'New Dark Age' luister, op deze schijf slechts een enkele keer opkomt. Met verbazing zag ik bijvoorbeeld dat dit album als 'Vette Krent' wordt gemarkeerd in het blad IO Pages. En ook anderen spreken er met veel lof over. Maar goed dat is nu eenmaal de subjectiviteit die per definitie in recensies zit. Bij deze zet ik daar - voor de nuance - mijn eigen persoonlijke en dit keer tegendraadse mening tegenover. Het album is in een verzorgde en mooie en mysterieuze hoes gestoken. De titel van het album is ontleend aan de rijke folklore in Japan rond dromen. 'Baku' zijn de mythische bewoners van de droomwereld die voor hun eigen plezier in gevecht gaan met de nachtelijke 'gedachten' van de slapende mens. Als de Baku deze strijd winnen, resulteert dat in boze dromen en nachtmerries voor de ander.
De schijf opent met 'Dream Portal'. De eerste klanken klinken veelbelovend. Maar als de gitaar invalt dan kan ik niet anders constateren dan dat het vals klinkt. Het zal ongetwijfeld met opzet zijn want de synths nemen het ook over. Wellicht dat de 'valsheid van dromen' wordt uitgebeeld, maar het detoneert en irriteert. Het thema van het nummer is echter sterk. Mooi zijn de mellotrons en creepy zijn de stemmen waarmee het nummer is gelardeerd. 'Hungry Ghost' vormt track 2 en is een up-tempo door gitaar gedomineerd geheel. De breaks en roffels van drummer Chuck Oken Jr. vind ik ronduit knullig. Het klopt allemaal net niet. Ook hier geldt dat het thema en de opbouw van het nummer prima zijn maar de uitvoering te wensen overlaat. 'Chimera Moon' vormt een positieve uitschieter. Dreigende synths en vreemde geluiden vormen de introductie en verbeelden de droomwereld knap. Ook hier weer stemmen op de achtergrond. Altijd goed voor het suggereren van een mystieke sfeer. Het nummer ontwikkelt zich sterk in de romp van de track met een prima gitaarsolo van Gayle Ellett. Ook hier bevallen de drums mij minder, hetgeen misschien is terug te voeren op de improviserende en jamachtige wijze van werken van Djam Karet. 'Heads of Ni-Oh' opent met een landerig en traag ritme maar gaat, via virtuoze gitaarlicks en mooie orgelklanken, rap in een hogere versnelling. Ozric Tentacles en in mindere mate Gong zijn zeker referentiepunten in deze track. Hoewel niet altijd duidelijk is wie de gitaren voor zijn rekening neemt - Mike Henderson speelt ook gitaar - ga ik ervan uit dat het Ellett is en die kan spelen als de beste en is sterk in het produceren van unieke effecten. Via het atmosferische 'Scary Circus', het intrigerende 'The Falafel King' waarin Porcupine Tree rondwaart en het saaie 'Sexy Beast', belanden we bij 'Ukab Maerd'. Dit voorlaatste wat experimentele nummer is gefundeerd op een aanstekelijk ritme maar ontvouwt zich slechts via kleine veranderingen aan het thema. Door zijn eenvormigheid kan het mij maar matig boeien. Het album sluit af met het 10 minuten durende 'The Red Thread' waarbij de kop van het nummer de stuwende opbouw heeft die King Crimson reeds veelvuldig heeft gebruikt en mij dan ook erg bekend voorkomt. Het geheel weerspiegelt trouwens de complexiteit van King Crimson, maar die zijn daar toch een klasse beter in. Er zijn mooie al zijn het dan digitale mellotronklanken te horen, het drumwerk is weer beneden de maat en het nummer ontwikkelt zich nauwelijks. Ik denk steeds 'nu gaat het komen' maar het komt helaas niet. Op een geforceerde wijze wordt het openingsthema weer ten tonele gevoerd om het nummer af te sluiten.
'A Night for Baku' zou ik willen kenschetsen als een slordig album met te weinig spanning in de composities. Voor een eerste kennismaking met Djam Karet verwijs ik dan ook naar veel sterkere albums als 'The Devouring' en 'New Dark Age'. Ik heb vaak na een droom dat ik weet dat ik gedroomd heb maar dat ik de details of zelfs de gehele droom niet meer kan reproduceren. Dat ervaar ik ook met dit album. Al vele malen gedraaid maar er blijft weinig van hangen. Zo vluchtig als nachtelijke 'gedachten'.
JoJo (2003)

Bezetting:
Gayle Ellett - guitars, organ, synths, field recording and effects
Mike Henderson - guitars, synths, field recording and effects
Aaron Kenyon - bass
Chuck Oken jr. - drums, percussion, sounds and sequences
Henry J. Osbourne - bass

Discografie:
A Night For Baku(2003)
Ascension(2001)
New Dark Age (2001)
Live At Orion (1999)
Still No Commercial Potential (1998)
The Devouring (1997)
Collaborator (1994)
Burning The Hard City (1991)
Suspension & Displacement (1991)
Reflections From The Firepool (1989)
The Ritual Continues (1987)